Stil blijven is geen optie
Nemen wat je nodig hebt en niet meer. Toestemming vragen aan de natuur als je bepaalde plekken bezoekt en de biodiversiteit met respect behandelen. Dat is de leefwijze van de inheemsen al eeuwen. In harmonie leven met de natuur; weten op welke manieren om te gaan met de natuur zonder deze te vernietigen. Voor deze wijsheid worden inheemsen echter niet beloond. Integendeel, zij worden al eeuwenlang (af)gestraft, verdreven uit hun gebieden en hun stemmen systematisch onderdrukt. Deze onderdrukking heeft geleid tot een voortdurende strijd voor hun rechten, die de afgelopen decennia steeds grimmiger is geworden, met bloedige gevolgen.
Tekst Kevin Headley
Beeld Cary Markerink
Met de komst van de Europeanen werden de inheemsen uit hun voorouderlijke woongebieden verdreven en werden zij de eersten die tot slaaf werden gemaakt. De inheemsen hebben echter harde tegenstand geboden. Dit staat in schril contrast met het veelgehoorde verhaal dat er werd overgestapt op Afrikaanse tot slaafgemaakten omdat iInheemsen zogenaamd qua gesteldheid niet voldeden. Maar hun harde strijd was de reden voor deze gedwongen overstap.
“De inheemse gemeenschappen moeten beschermd worden tegen mogelijke misstanden, ook binnen hun eigen structuren”
Volgens historicus Wim Hoogbergen kwam de dreiging voor de kolonie niet van buiten, maar van binnen: een opstand van de Inheemsen rond 1680 en voortdurende strijd tegen ‘weggelopen’ slaven en hun nazaten gedurende de gehele achttiende eeuw. Daarop hadden het gouvernement en de planters absoluut niet gerekend. Een onbevreesde inheemse strijdleider van deze periode was Kaikoesi.
Ruim drie eeuwen later wordt er nog steeds strijd gevoerd. Zij het geweldloos, althans tot voor kort. Op 28 december 1976 begonnen zo’n vijftig mannen en vrouwen in alle vroegte aan een protestmars van 150 kilometer van Albina naar de hoofdstad Paramaribo. De tocht duurde vier dagen. ‘Grondenrechten zijn mensenrechten’ was de leus. Kano was de organisator van de protestmars.
Andere leefwijze opgelegd
In het net onafhankelijke Suriname wilde KANO de landrechten van de Inheemsen weer onder de aandacht van de regering brengen. Kano (opgericht in 1969) staat voor KAli’na (Caraïben) en LokoNO (Arowakken) en was een samenwerkingsverband tussen Caraïben en Arowakken. Binnen Kano waren André Cirino en Nardo Aluman de belangrijkste initiatiefnemers van de mars.
In Suriname maken de inheemse volken – waaronder de Akurio, Kali’na, Lokono, Trio, Wayana, Warao, Okomoyana en Mawayana – 3,7 procent uit van de bevolking. Dat is ongeveer 20.000 van de ruim half miljoen inwoners. Suriname is voor 90 procent bedekt met oerwoud, terwijl het merendeel van de bevolking in of rondom de hoofdstad Paramaribo, in de kustvlakte, woont.
De Kali’na en Lokono hebben eeuwen aan de kustvlakte en in het hele Caribisch gebied op de eilanden gewoond en zijn door de kolonisten vermoedelijk meer naar de savannegebieden verhuisd. Velen kregen een ander geloof en een andere leefwijze opgelegd door de kolonisatoren, waardoor hun band met de natuur veranderde.
Met de ontsluiting van het binnenland begon ook de exploitatie van het bos, met goud als belangrijk mijnbouwproduct naast houtkap. Deze exploitatie heeft een negatief effect op de leefgemeenschappen in het bos. Daarbij worden hun grondenrechten vertrapt en hun zelfvoorzienendheid bedreigd.
Protesten om grondenrechten
Grondenrechten zijn vooral ook geërfde voorouderlijke rechten, die van generatie op generatie zijn doorgegeven. Ze worden vertrapt door niet wettelijk erkend te worden. Deze rechten geven hen de zeggenschap over wat er op of met deze gronden gebeurt, inclusief de macht om toestemming te verlenen aan derden die economische activiteiten willen ontplooien.
Momenteel worden deze rechten echter vaak niet gerespecteerd. De overheid verleent regelmatig concessies in gebieden die de inheemsen als hun eigen land beschouwen, zonder hun toestemming te vragen. Al tientallen jaren proberen de inheemsen verandering in deze situatie te brengen.
In september 1992 hebben de leiders van de inheemse volken zich gebundeld in de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (Vids), die de belangen van hun gemeenschappen behartigt. Samen met de Kaliña- en Lokono-Inheemsen Beneden-Marowijne (KLIM) en met hulp van internationale mensenrechtenorganisaties spande de Vids in 2007 een rechtszaak aan tegen de Surinaamse staat wegens schending van de rechten van de Kali’na en Lokono.
Onvoldoende beschermd
Het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in 2015 dat de staat Suriname inderdaad hun rechten onvoldoende had beschermd. Het Hof droeg de staat onder meer op binnen drie jaar hun collectieve rechten op hun oorspronkelijk leefgebieden te erkennen. Negen jaar later hebben twee opeenvolgende regeringen het vonnis niet uitgevoerd.
In oktober 2019 werden de eerste concepten van wetsvoorstellen over inheemse en tribale grondenrechten ingediend bij de minister van Regionale Ontwikkeling. Dit cruciale moment volgde op jaren van inzet en activisme. Tot op heden is deze conceptwet niet aangenomen door De Nationale Assemblee.
En de kruik gaat net zo lang te water tot hij barst. Op 2 mei 2023 kwam het in Pikin Saron en Maripaston tot een gewelddadig inheems protest tegen gronduitgiftes en concessies voor hout- en goudwinning in het district Para. Hierbij vielen twee doden en meerdere gewonden.
Volgens Vids zou uit een forensisch rapport blijken dat de twee slachtoffers omkwamen door ‘onnodig en overmatig’ vuurwapengeweld van de politie. In de laatste weken van april waren er al protesten op verschillende plekken in Para, onder andere tegen de goudconcessies van het staatsbedrijf Grassalco, omdat deze waren verleend op gronden die inheemse gemeenschappen tot hun leefgebied beschouwen.
Deze uitgiften gebeurden zonder instemming en toestemming van de lokale bevolking. In augustus van dit jaar werd ook een Nationaal Inheems Congres Suriname en een gran krutu samen met tribale volken georganiseerd over landrechten om maatregelen te bespreken die genomen kunnen worden tegen de politieke onwil om de grondenrechten te erkennen.
“Bij de afslag naar Matta kreeg iemand tweehonderd hectare grond zonder ons medeweten. Achteraf blijkt het gegeven aan een stichting die het heeft doorverkocht
dorpshoofd Wendeline Sabajo
Misvattingen en misstanden grondenrechten
In de samenleving bestaat de misvatting dat er in de gebieden van de inheemse en tribale volken niet zomaar kan worden gewerkt zonder hun toestemming en dat zij alleen zullen bepalen wat er met de grond mag gebeuren. Maar dat is toch juist goed? Opeenvolgende regeringen hebben nauwelijks aandacht geschonken aan de grondrechten.
In de aanloop naar de verkiezingen voor een nieuwe regering worden beloften gedaan dat de grondenrechten door de verschillende politieke partijen erkend zullen worden wanneer zij aan de macht zijn. Maar na de verkiezingen worden deze beloften vergeten.
Er worden nog steeds concessies uitgegeven in de gebieden van de Inheemsen. Een aantal jaren geleden nog zijn gronden van het dorp Matta uitgegeven door de regering, zegt dorpshoofd Wendeline Sabajo.
“Bij de afslag naar Matta kreeg iemand tweehonderd hectare grond zonder ons medeweten. Achteraf blijkt dat het gegeven is aan een stichting die het heeft doorverkocht en die persoon heeft het gekocht. Maar het is bekend in Suriname dat er in inheems gebied geen activiteiten mogen worden ontplooid zonder onze toestemming. Wij hebben ons daarom hiertegen verzet en de persoon die een onderneming op de plek wilde opzetten kan nog steeds geen activiteiten ontplooien. Daarom is erkenning van onze rechten belangrijk.”
De inheemse gemeenschappen moeten beschermd worden tegen mogelijke misstanden, ook binnen hun eigen structuren. Bedrijven onderhandelen vaak met de kapiteins van de dorpen over het gebruik van gemeenschapsbossen, maar niet zelden bereikt het geld de dorpen niet.
Transparantie in deze processen is essentieel om ervoor te zorgen dat de gemeenschappen daadwerkelijk profiteren hiervan. Daarom is het van groot belang dat er duidelijke en eerlijke afspraken worden gemaakt wanneer er overeenkomsten over landgebruik worden gesloten.
De strijd om collectieve grondenrechten van de inheemse en tribale volken in Suriname is een kwestie die diepgeworteld is in hun geschiedenis en cultuur. Ondanks de vele obstakels en het geweld dat zij hebben ondervonden, blijft hun inzet voor rechtvaardigheid en erkenning onvermoeibaar.
De misvattingen die bestaan over de impact van deze rechten moeten worden weggenomen. Het behoud van de inheemse leefgebieden is niet alleen een kwestie van cultureel behoud, maar ook van rechtvaardigheid.
Daarnaast is het de erkenning van andere culturen en leefwijzen, duurzame ontwikkeling en respect voor de natuur. Het is noodzakelijk dat de Surinaamse overheid en de internationale gemeenschap deze rechten erkennen en ondersteunen, zodat deze gemeenschappen verzekerd zijn van een rechtvaardige toekomst.