Rechtszaak: Staat/OW tegen Starnieuws/Ramcharan testcase Surinaamse democratie

Nita Ramcharan (l) is door minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed naar de groene tafel gesleept. De bewindsman is van mening dat onjuiste, belastende en beledigende uitspraken zijn gedaan in een column van Ramcharan.
Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

22 Augustus 2024 00:00

Voor mij lezen

Tekst Wilfred Leeuwin

Beeld dWT

Deze rechtszaak is niet een tussen het ministerie of de minister tegen Starnieuws of haar hoofdredacteur Ramcharan. Dat is slechts de noemer. Deze rechtszaak gaat tussen politieke macht versus democratie, met in de weegschaal, de fundamentele grondrechten en vrijheden van de samenleving, waar media en persvrijheid een van de, zo niet de belangrijkste pijlers van zijn.

“De columnist van Starnieuws heeft waarschijnlijk voor Surinaamse begrippen een te hoge democratische snaar geraakt, waar onze politici niet aan beantwoorden”

Burgerrechten zijn en kunnen nooit onbegrensd zijn, tegenover rechten staan plichten. De Kantonrechter heeft in de geest van rechtsspraak en persvrijheid, dan ook een beperkte ‘range’ van in de wet opgenomen beperkingen die de begrenzing van dat recht vertalen. Zo zal de rechter toetsen als de inhoud van het gepubliceerde, nog wel in een column, die grens overschrijdt; als de inhoud wel of niet feitelijk is, als die beledigend of lasterlijk is en een aantasting van de goede naam en eer van de minister. Een andere toetsing betreft de opvatting van Nurmohamed, dat de inhoud van de column mogelijk zal leiden tot het stopzetten van beleidsprojecten, zoals in dit geval de voortgang van infrastructurele projecten, die door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) worden gefinancierd.

Partners

Media/ journalisten enerzijds en anderzijds (politieke) overheden, zijn beiden dienaren van de samenleving. Echter kunnen zij, in de regel nooit elkaars verlengden zijn. Partners zijn ze, hoezeer de politiek dat graag anders ziet, al helemaal niet. Dit om het simpele gegeven, dat een politieke overheid een dienende taak heeft naar de samenleving.

Dit geschied middels transparant en behoorlijk bestuur en met in acht neming van de bij wet geschreven en ongeschreven democratische aspiraties van de burgers, aan wie zij hun machtspositie te danken hebben. Media en journalisten hebben geen politieke, maar een maatschappelijke verantwoordelijkheid om die dienende taak van de overheid, zonder (politieke) inmenging, ongeacht om wie het gaat, kritisch te volgen, informatie daarover te verzamelen, die te onderzoeken en de gemeenschap daarover eerlijk te informeren.

Persvrijheid stelt de media/ journalist en ook de burger, die gebruik maakt van het recht op vrije meningsuiting, in staat, naast het informeren, in een column, opinie artikel, beschouwing of analyse, standpunten, meningen en opvattingen, over wat zich in de samenleving afspeelt te ventileren. Persvrijheid klinkt hoe langer hoe meer als een vervlogen idealisme en hoewel in de praktijk het vaak anders lijkt en is, kunnen deze twee dienaren van de samenleving, alleen onafhankelijk van elkaar en met erkenning en respect voor elkaars positie goed functioneren.

Persvrijheid wordt door de Verenigde Naties omschreven als een fundamenteel grondrecht om vrij van elke inmenging, gevoelens en gedachten, middels tekst, afbeelding, beeld en geluid, die openbaar te maken. ‘Een democratische samenleving kan alleen goed functioneren als de persvrijheid, als een van de voornaamste voorwaarden voor democratie, goed geregeld is en wordt gerespecteerd. Ook door de centrale of politieke overheid.

Verantwoordelijk

In de door Nurmohamed gewraakte column van Ramcharan, wordt naast het op basis van eigen onderzoek informatie verstrekken, op een kritische manier de politieke verantwoordelijkheid van de minister ter discussie gesteld. In een eerste publieke reactie van de bewindsman bevestigt hij dat personen op zijn ministerie niet goed weten om te gaan met vertrouwelijke informatie. In die publicatie laat de minister na, om als hoogste politieke autoriteit de verantwoordelijkheid te nemen voor het gebeurde en ten minste die maatregelen te treffen tegen degenen die zich schuldig hebben gemaakt hieraan.

Volgens hem zal het ‘onverantwoordelijk’ gedrag van zijn ambtenaren, slechts een vertraging betekenen van beleidsactiviteiten in het ambtelijk proces van zijn ministerie. De media en journalisten zijn het op basis van hun beroep, aan zichzelf en de samenleving verplicht die nagelaten verantwoordelijkheid van de minister ter discussie te stellen.De nasleep van de mislukte moordaanslag op de Amerikaanse ex-president en huidig kandidaat voor het presidentschap van dat land, Donald Trump, is een goed voorbeeld van wat het nemen en dragen van maatschappelijke verantwoordelijkheid betekend. Er is altijd een verantwoordelijke voor wat goed en voor wat fout gaat. Daar is geen ruimte voor, over het paard getilde ego’s van politici en hooggeplaatste ambtenaren, machtsmisbruik en individuele percepties van hoe invulling te geven aan publieke ambten waarvoor de drager van die functie, door de samenleving financieel wordt gehonoreerd.

Democraten en Republikeinen hebben in een hoorzitting het hoofd van de Amerikaanse veiligheidsdienst, Kimberly Sheatle, resoluut ter verantwoording geroepen en verantwoordelijk gesteld voor het gebeurde. Bewust van de verantwoordelijkheid die gepaard gaat met het ambt reste haar niets anders dan die verantwoordelijkheid te dragen en toe te geven aan de hoorcommissie van het huis van afgevaardigden dat, de aanslag op Trump de belangrijkste operationele mislukking, in decennia is geweest van de veiligheidsdienst. “We hebben gefaald” zei ze waarna zij haar ontslagbrief indiende.

“Wat ook de uitkomst van deze testcase mag zijn en dat is vooraf nooit te voorspellen, het zal en mag niet inboeten aan de fundamenten waar de samenleving op is gebouwd”

Maar misschien is dit extreme voorbeeld uit het land dat doorgaat als de grootste democratie in de wereld te hoog gegrepen voor een nog onvolwassen democratie als de Surinaamse. Echter moeten we als land, in ontwikkeling, als het niet op dat niveau is, er wel ergens in de buurt van zien te komen. Het beste is te kijken naar Nederland, het land dat vrijwel een ‘doorschrijfpapier’ effect heeft op vele gebieden in de Surinaamse (politieke) ontwikkeling, echter behalve als het gaat om de ontwikkeling en groei van de democratie.

Ministeriele verantwoordelijkheid is in Nederland een ‘policy paper’ (beleidsnota), waarin staat vermeld dat ministers gezamenlijk en afzonderlijk verantwoordelijkheid afleggen aan het parlement over hun beleidsdaden. Zij alleen zijn politiek daarvoor verantwoordelijk. Die aansprakelijkheid geldt evenzo voor staatssecretarissen. Wordt het niet tijd dat we in Suriname tot een dergelijke beleidsnota komen.

De columnist van Starnieuws heeft waarschijnlijk voor Surinaamse begrippen een te hoge democratische snaar geraakt, waar onze politici niet aan beantwoorden. Dit in tegensteling tot de plechtige belofte van de regering bij haar aantreden voor goed en behoorlijk bestuur, respect voor de persvrijheid, het recht op vrije meningsuiting en voor wet en recht.

Machtsstrijd

De politiek heeft bij wet constitutionele macht. De media/ journalisten hebben samen met andere maatschappelijke groeperingen ook macht. Echter is dat een symbolische binnen de democratie, maar wel zodanig belangrijk, omdat zij processen kunnen beïnvloeden, de burger bewust kunnen maken en aanzetten tot assertief denken en handelen, over hoe deel te nemen aan het maatschappelijke en politiek gebeuren, ook bij de politiek en politieke machthebbers.

Wat zich bij deze rechtszaak afspeelt is dan ook een confrontatie tussen deze twee machtsvormen. De een van rechtswege, ‘de jure’ en de ander ‘de facto’. Het gaat om het behoud en de bescherming van democratische grondvesten, waarden en vrijheden. Persvrijheid en het recht op vrije meningsuiting zijn een waarborging voor de ‘de facto’ machtspositie van een assertieve samenleving.

Wat ook de uitkomst van deze testcase mag zijn en dat is vooraf nooit te voorspellen, het zal en mag niet inboeten aan de fundamenten waar de samenleving op is gebouwd. De strijd voor behoud en bescherming van fundamentele grondrechten als persvrijheid en het recht op vrije meningsuiting zullen ongeacht de beslissing van de rechter, die moet worden gerespecteerd, niet vervagen en worden opgegeven.

De samenleving en in het bijzonder de media en journalisten, zijn het aan zichzelf, de samenleving en toekomstige generaties verplicht, eensgezind hierin te zijn. Standvastigheid hierin in een ‘must’ omdat een beslissing van de rechter in het nadeel van de persvrijheid alleen maar zal betekenen dat Suriname sinds de jaren tachtig weer een dieptepunt zal hebben bereikt.

Meer nog zal een trend worden ingezet of worden versterkt van een angst cultuur in de samenleving. Met name bij de media en journalisten zal de waarde van persvrijheid een ander gewicht krijgen in de overweging van wel of niet publiceren van tegen de overheid kritische artikelen en opinies. Hiermee zullen onverantwoordelijke politici, niet alleen gemakkelijk wegkomen met hun ondemocratische daden en handelen, maar krijgen zij een vrijbrief die naar gelieve te herhalen.

Dit soort politici zijn een gevaar voor de democratie en eerlijke en rechtvaardige ontwikkeling van de samenleving. Zij zijn slechts gericht op hun persoonlijke ego en de democratische waarden afwegen tegen enge partij politieke belangen en dat van hun vertrouwelingen. Democratie is niet het ego van machthebbers en zeker niet partij politieke idealen, maar de som van waarden en normen in de samenleving die garant staan voor ontwikkeling, gelijkheid en rechtvaardigheid, ook in ons rechtssysteem.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel