door Euritha Tjan A Way
PARAMARIBO — Sinds Suriname zijn eigen boontjes mag doppen, is het land verantwoordelijk voor het inrichten van het eigen grondgebied. Ook de erkenning van de collectieve rechten van de inheemsen en tribale volkeren is sinds toen een verantwoordelijkheid die Suriname van Nederland heeft overgenomen en dat sinds de autonomie in 1954, zei Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman al in de debatten van 1975. “Het moet geen zaak zijn van eer en eenheid is noodzaak”, vindt marron deskundige Franklin Jabini.
De deskundige uit zijn mening tijdens het publieke debat ‘Juridische erkenning van onze rechten nu of nooit’. Daarbij werd duidelijk dat de onderlinge samenwerking tussen de inheemse organisaties te wensen overlaat. Het publieke debat werd vrijdag georganiseerd in Tower Auditorium met een presentatie van Hugo Jabini als milieu en juridisch adviseur van de Vereniging van Saamaka Gezagdragers (VSG). Hij sprak over de stand van zaken van het Saamaka-vonnis dat in 2007 is gewezen in het nadeel van de staat Suriname.
“Laten de inheemsen in Suriname eerst hun grondenrechten krijgen”
OIS-voorzitter Joselin Aloema
Patricia Meulenhof had het over de conceptwet Collectieve rechten inheemse en tribale volkeren in Suriname. In het panel zaten directeur Rudi van Kanten van Tropenbos Suriname, jurist Jennifer van Dijk-Silos en beleidsmedewerker Marie- Josee Artist die inviel voor voorzitter Muriël Fernandes van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (Vids).
Inheemsen eerst
Joselin Aloema, voorzitter van de Organisatie van Inheemsen in Suriname (OIS), voerde aan dat haar organisatie de erkenning van de collectieve rechten van inheemsen graag eerst ziet. “Dan kan de rest van de broeders en zusters volgen”, maakte ze duidelijk. “De OIS is de moeder inheemse organisatie en alle andere organisaties zijn uit haar ontstaan. Wij hebben de Vids en de inheemse sportorganisatie Wejoerana opgericht. Laten de inheemsen in Suriname eerst hun grondenrechten krijgen”, klonk het fel uit de mond van Aloema. Dat ontlokte de opmerking bij Franklin Jabini dat het in deze geen kwestie van eer moet zijn en dat eenheid belangrijk is voor de realisatie van de wet.
Artist maakte duidelijk dat Vids wel werkt met zowel de VSG als met de Kwinti, Aluku, Matawai, Paamaka, Okanisi en Saamaka gebundeld onder het acroniem Kampos. Maar in die samenwerking zit de OIS dan weer niet, viel het Van Dijk-Silos op. Toen de Vids-vertegenwoordiging de vraag stelde waarom eenheid onder de inheemsen steeds naar voren wordt gebracht, terwijl dat nooit wordt gevraagd van bijvoorbeeld de Javanen, counterde Van Dijk-Silos scherp met de opmerking: “omdat die geen issue hebben met grondenrechten”.
Wetsvoorstellen OIS
Steven Jakaoemo, die ook lid is van de OIS, is niet helemaal tevreden over het verloop van de avond. Het steekt hem dat de tien wetsvoorstellen die de OIS heeft ingediend bij De Nationale Assemblee om de rechtspositie van de inheemsen te regelen niet aan de orde zijn gekomen. “We kregen geen kans daartoe”, vindt hij.
Jakamoeno, die wel aan het woord kwam tijdens de vragenronde van het debat, zegt het prettig te vinden dat de VSG samenwerkt met Vids en Kampos. “Maar ik vraag me af waarom de VSG die de staat in een bodemprocedure voor de rechter heeft gedaagd om uitvoering van het Saamaka vonnis af te dwingen, de Vids niet heeft meegenomen zodat die kan pleiten voor het Kaliña-en Lokonovonnis dat de staat ook nog steeds niet heeft uitgevoerd. Dat is pas samenwerken”, vindt Jakaoemo.
VHP
Hoewel de inheemsen in 1976 een loop hielden van Albina naar Paramaribo om aandacht te vragen voor hun rechtspositie, was het de marron Jarien Gadden die als toenmalig parlementslid van de VHP in 1975 als eerste aandacht vroeg hiervoor. Dit deed hij tijdens de debatten over de onafhankelijkheid in 1975.
Het was de toenmalige Nederlandse politicus Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman die aangaf dat Suriname daar sinds de autonomie in 1954 zelf over mocht beslissen. Bijna vijftig jaar later zit de VHP weer in de leiding van het land en na vier jaar is de conceptwet Collectieve rechten inheemse en tribale volkeren in Suriname nóg niet door de assemblee goedgekeurd.
President Chandrikapersad Santokhi gaf tijdens de regeringspersconferentie zaterdag als reactie op een vraag over deze wet aan: “We hebben het recent nog besproken tijdens de regeringsraadvergadering. We hebben een groep deskundigen gevraagd om de memorie van toelichting op deze wet te maken. Als dat af is, gaat die naar DNA. Vóór 25 mei 2025 moet deze wet aangenomen worden.”