Begin volgend jaar stopt de steun van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De financiële instelling heeft er voor een belangrijk deel toe bijgedragen dat het land niet helemaal ten onder is gegaan in het moeras van de financieel-economische malaise. Dat de bevolking daarvoor een hele hoge prijs heeft moeten betalen, begrijpt bijna iedereen. De vraag is hoe het verder moet nu de steun over ruim een halfjaar stopt. In drie afleveringen zet de Ware Tijd de voor- en nadelen van het IMF op een rij en wat de mogelijkheden voor de toekomst zijn.
Tekst Armand Snijders
Beeld Kabinet van de president
Er heerste recentelijk weer een jubelstemming rond het bezoek van Anastasia Guscina, hoofd van de missie van IMF voor Suriname. Over en weer klonken, zoals gebruikelijk, loftuitingen. Iedere positieve uitlating van het hoge bezoek uit Washington werd door de regering extreem uitvergroot en via de Communicatiedienst Suriname (CDS) als een overwinning gevierd, liefst zonder nuances, want Suriname is goed op weg om uit het de crisis te geraken, zo roepen de leiders in koor.
“Het is vooral de begrotingssteun van het IMF die heeft voorkomen dat we niet helemaal zijn verdronken in het moeras”
Vloek of zegen
Maar veel Surinamers hebben daar zo hun bedenkingen bij en vragen zich af of het IMF nu een vloek of een zegen is? De opgelegde maatregelen hebben een zware wissel getrokken op de totale samenleving, waarin velen tot de bedelstaf zijn gebracht. Aan de andere kant zou nu wel de weg moeten zijn ingezet naar een gezondere economie, iets wat opeenvolgende regeringen niet voor elkaar hebben gekregen.
In ieder geval moet worden toegegeven dat het land er – zeker in macro-economisch opzicht – beter voor staat dan bij de regeringswisseling vier jaar geleden. Maar dat is slechts voor een klein deel te danken aan de regering. Het is vooral de begrotingssteun van het IMF die heeft voorkomen dat Suriname niet helemaal is verdronken in het moeras. De maatregelen die de regering heeft doorgevoerd, zijn in feite opgelegd door de financiële instelling want anders zou er niet ieder kwartaal zo’n 55 miljoen US dollar begrotingssteun worden ontvangen.
Te log overheidsapparaat
Het heeft vooral de uitgaven van het nog altijd veel te logge overheidsapparaat gefinancierd. Daardoor konden de meest urgente zaken worden bekostigd, zoals uitbetaling van het ambtenarenleger, sociale uitkeringen en andere kosten. Zou dat niet zijn gebeurd, dan was de bevolking in groten getale de straat opgegaan en zou de regering met de rug tegen de muur zijn gezet.
Veel impopulaire maatregelen waren noodzakelijk wat ook tot onvrede leidde, maar door het uitblijven van echt georganiseerd verzet, konden ze vrij moeiteloos door de strot van het volk worden gedrukt. En uit de woorden van Guscina kan worden opgemaakt dat Suriname er lang nog niet is en dat de Surinaamse samenleving nog veel offers zal moeten brengen en de broekriem zal moeten blijven aantrekken. Eigenlijk zei ze dat het licht in de tunnel nog heel ver weg is. Maar ze gelooft in de veerkracht van de samenleving en dat deze zich uiteindelijk zal leren “aanpassen aan de nieuwe realiteit”.
Devaluatie en hyperinflatie
Als voorbeeld noemt Guscina de recente nieuwe tariefverhoging van stroom. De samenleving moet volgens haar begrijpen dat als deze maatregelen niet zouden worden genomen dit grote financiële problemen voor het land met zich kan meebrengen. “Het alternatief zal veel erger uitpakken dan de fiscale consolidatie die we onder dit programma hebben”, aldus de IMF-vertegenwoordiger.
Het handhaven van de subsidie zal een devaluatie van de Surinaamse munt in de hand werken, gevoed door hyperinflatie, zo meent zij. Het uiteindelijke doel is om de staatshuishouding “duurzaam gezond” te maken.
Guscina, die uit hoofde van haar functie wel móet zeggen dat het IMF Suriname zal blijven steunen, is ondertussen zeer ontevreden over het onvermogen van de regering om de overheidsinkomsten te vergroten, zo bleek opnieuw tijdens de zesde beoordeling van het lopende IMF-programma. Desondanks is tijdens de recente ontmoeting afgesproken dat het huidige IMF-programma, dat oorspronkelijk op 1 januari 2025 zou worden afgesloten, met drie maanden wordt verlengd.
Onrust wisselkoersmarkt
Dat zal een geruststelling zijn voor de regering, die daardoor in ieder geval tot het eerste kwartaal verzekerd is van de financiële steun van de instelling. En die is in de aanloop naar de verkiezingen hard nodig om te voorkomen dat in die onzekere tijden onrust ontstaat op de wisselkoersmarkt.
De coalitiepartners VHP en Abop willen uiteraard alles in het werk stellen om een drastische koersstijging te voorkomen, want dat zal de verkiezingsuitslag gegarandeerd beïnvloeden. Dus alleen al daarom voert de regering de voorgestelde maatregelen van het IMF klakkeloos en braaf uit.-.
In deel 2: Suriname kan eigen broek nog niet ophouden