Tekort aan leerkrachten deel binnenland blijft problematisch

De Obed en Alexanderschool van de EBGS te Abenaston heeft een ernstig tekort aan leerkrachten. [Foto: privécollectie]
Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

17 Mei 2024 14:07

Voor mij lezen

door Samuel Wens

BOVEN-SURINAME — Stichting Onderwijs der Evangelische Broedergemeente in Suriname (SOEBGS) heeft voor 21 leerlingen van leerjaar acht van twee scholen in het binnenland een noodvoorziening moeten treffen zodat ze onderwijs kunnen genieten. De Obed en Alexanderschool te Abenaston en de school van Djoemoe hebben sinds het schooljaar 2023/2024 in oktober is aangevangen geen leerkracht voor de groep, zegt dorpskapitein Johan Zandveld van Abenaston, tegen de Ware Tijd.

De zes leerlingen van de school te Djoemoe zijn overgeplaatst naar twee openbare scholen in de omgeving. De vijftien van de Obed en Alexanderschool krijgen op hun eigen school om de ene dag onderwijs.

“Waarom moet het zolang duren om leerkrachten te krijgen?”

Kapitein Johan Zandveld

Nood is hoog

Zandveld houdt de krant voor dat er ook geen leerkracht is voor de kinderen van leerjaar één te Abenaston. De andere leerkrachten vangen soms die leerlingen op. Echter, hij vindt het niet juist dat één leerkracht in twee lokalen tegelijk les geeft.

De kapitein stelt dat de dorpelingen het gevoel krijgen dat de EBGS niet door wil gaan met de scholen. Hij vindt dat ze hierover duidelijkheid moet geven. “Waarom moet het zolang duren om leerkrachten te krijgen? De gemeenschap moet het mij niet kwalijk nemen als ik een oproep doe aan kinderen van het dorp, die leerkracht zijn, om hun krachten hier te komen geven.”

De nood is hoog in Abenaston met een school met 135 leerlingen en zes leerkrachten bevestigt Lindon Ritfeld van de SOEBGS tegenover de krant. Hij verzekert dat begin juni de school een leerkracht krijgt voor leerjaar acht.

‘Uitblijven’ salaris

Het probleem is volgens Ritfeld ontstaan omdat het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) stelt dat de voor uitzending geselecteerde leerkrachten pas in dienst zijn en hun eerste salaris na zes maanden zullen ontvangen. “Het is niet mogelijk zonder voeding te gaan werken in het binnenland.”

Zijn organisatie zal de leerkrachten kenbaar maken dat zij niet meer na drie maanden worden uitbetaald, maar een halfjaar zullen moeten wachten op het eerste salaris. Hij meent dat OWC hem heeft voorgehouden dat dat is bepaald door het ministerie van Financiën en Planning, dat het geld moet overmaken.

Danique van Varsseveld van de voorlichtingsafdeling van OWC zegt dat het beeld dat wordt geschetst over de uitbetaling van de salarissen niet helemaal correct is. “Sommige van de leerkrachten ontvangen na twee of soms drie maanden al”, werpt ze op.

‘Lang’ proces

Ze maakt duidelijk dat er tal van redenen zijn waarom het soms langer duurt dat leerkrachten het loon niet ontvangen. De bureaus (BVOS, BBO, BOB, BVOJ en BSO) moeten zorg dragen dat de leerkrachten hun stukken in orde zijn. Daarnaast speelt het verkrijgen van een bewijs van goed gedrag. Dat duurt zes tot acht weken.

Voor de keuring dienen ze ook hun stukken in orde te hebben. “Pas als het resultaat in orde is, wordt het dossier gecompleteerd en vervolgens gestuurd naar de leiding. Als de stukken incompleet zijn, kunnen het onderdirectoraat Algemene en Personele Aangelegenheden en Financieel Beheer niet uitvoeren.”

De voorlichter vertelt aan de krant dat er pas nog gesprekken zijn gevoerd hierover met de BBO. Daarbij werd aangegeven dat leerkrachten vaak genoeg nalaten alle stukken af te geven. Ze worden dan gebeld en men blijft maar wachten. “Maar ze zijn dan reeds ingezet omdat het onderwijsproces door moet gaan.”

Van Varsseveld zegt dat het ministerie er ook voor zou kunnen kiezen de onderwijzers pas in te zetten als bekend is in welke maand ze geld gaan ontvangen. “Maar u begrijpt dan dat er geen leerkrachten zullen zijn op de scholen. De leerkrachten begin je aan te stellen omdat het onderwijsproces voortgang moet vinden en de persoon brengt dan de stukken. Maar dat laatste laat te wensen over.”

Over de keuring verduidelijkt de voorlichter dat die wettelijk verplicht is. “Als ministerie kunnen we dus niet tegen de regels handelen.” Als de stukken compleet zijn, worden ze door de bureaus gestuurd naar de leiding van het ministerie. Dat duurt tussen drie tot zeven dagen. Vervolgens gaan ze naar de Heerenstraat. “De uitdaging ligt hem in de periode van het in of op orde hebben van alle stukken in één keer en daar komen we niet onderuit”, aldus Van Varsseveld.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel