ROZENGEUR / Gerold Rozenblad
Ik had een behoorlijk aantal verwacht, maar dit ging mijn stoutste verwachtingen te boven. Niet minder dan 6700 ambtenaren lieten zich niet registreren en geven daarmee kennelijk aan geen moeite mee te hebben om te worden afgevoerd. Ze kregen drie keer daarvoor de gelegenheid, maar lieten het schieten. Het is volgens mij voor het eerst dat zo zwaar zal worden gehakt in het ambtenarenbestand. Iets dat overigens niet zou gebeuren, ware het niet dat het IMF Chan meedeelde dat het terugbrengen van de loonsom prioriteit geniet. Dan heb je weinig keus.
Overigens ga ik er niet vanuit dat onder de af te vloeien groep ook family and friends zitten. Maar wie dan wel ? Hopelijk blijft het niet simpelweg bij de afvloeiing, maar komt ook een analyse naar die groep. Hoeveel hoger kader zit er tussen en hoe lang waren de mensen in dienst. Onder andere het antwoord op die twee vragen zal inzicht geven waar het precies inhakt. En als er dan toch wordt onderzocht, dan graag ook op welk ministerie (relatief) de meeste mensen de wacht wordt aangezegd.
“Ergens online las ik dat in 1978 het totaal aan ambtenaren lag op 36.500. Dat wil zeggen dat in de tussenliggende periode er bijna 15000 zijn bijgekomen”
Als de berichten waar zijn, zijn in 2020 alleen ongeveer 6000 man in dienst genomen. De zaak is dus simpelweg weer op nul gebracht. Op een ambtenarenbestand van 54000 zal wanneer de operatie is afgerond het aantal met ruim 12 procent zijn teruggebracht.
Maar daarmee is de kous nog niet af. Minister Bronto deelde mee dat ongeveer 5000 personen zich hebben aangemeld, maar geen werkplek hebben. Dat wil zeggen dat straks wanneer we wat meer dan 47000 ambtenaren hebben er nog 5000 personen thuis zitten en aangeven te willen werken, maar dat simpelweg niet kunnen. Hoe bizar is dat.
Ik geloof Bronto op zijn woord, want het doet mij denken aan een situatie enige jaren terug toen mijn werkplek pal naast het hoofdkantoor van een ministerie was. Ik denk, kort na twee verkiezingen terug, zag ik plots een hele schare dames zich rond het gebouw ophouden.
Navraag bij een van de langer dienende personen op het ministerie leverde de info op dat het allemaal nieuwe mensen waren. “Dan moeten jullie meer meubilair aanschaffen”, opperde ik. De persoon lachte en gaf aan dat er niet eens plaats meer was om te staan. “Den wentje gersi tigri”, merkte een oudere medewerkster van mijn werkplek op een bepaald moment op. Als man bedacht ik dat die uitspraak enige nuance nodig had. Ik ontwaarde tijgers, luipaarden, jaguars en zelfs Bengaalse tijgers.
Later zouden we er achter komen dat het allemaal te maken had met de favoriete vrijetijdsbesteding van de minister. Na enige tijd merkten we dat het Korps Roofkatten uitdunde en later helemaal niet meer te zien was. Die zullen nu kennelijk nog steeds onder de groep van 5000 pleklozen vallen.
Eigenlijk zou elke regering van sinds de onafhankelijkheid zich diep moeten schamen. Ergens online las ik dat in 1978 het totaal aan ambtenaren lag op 36.500. Dat wil zeggen dat in de tussenliggende periode er bijna 15000 zijn bijgekomen. Dat nu een internationale waakhond ons ertoe moet dwingen in te grijpen, de politiek zou zich in een hoek diep moeten gaan schamen dat het nooit voldoende economische activiteit heeft gecreëerd om daar de werkzoekenden op te vangen.
Ik denk dat op dit moment in elk geval dat de private sector om de actie van de overheid zal juichen. Want het waterhoofd van de overheid heeft ondertussen zoveel werknemers opgeslokt, dat nu een zodanig tekort is dat er letterlijk gejankt wordt om werknemers. In elk geval binnen de overheid zal het nu wat minder spoken.