“Eindelijk thuis”, klinkt een geëmotioneerde Nadia Tilon van de Landelijke Organisatie van Surinamers in Nederland (Loson) na vertoning van de documentaire ‘Oema foe Sranan’ dinsdag in TBL Cinemas. Ze is blij met de grote belangstelling. Na de Nederlandse première 46 jaar geleden, is deze documentaire in gerestaureerde vorm alsnog in Suriname vertoond. De film zorgde bij veel mensen in het publiek voor een mix aan emoties: gelach, maar ook boosheid en verdriet.
Tekst en beeld Audry Wajwakana
De documentaire werd geproduceerd door ‘Cineclub Vrijheidsfilm’, een collectief van filmmakers, programmeurs en activisten tussen 1966 en 1986. De initiatiefnemer en oprichter, At van Praag (1940-1986), liet zich inspireren door de alternatieve politieke burgerbewegingen in Zuid-Amerika.
“Deze film bevat alle ingrediënten van hoe je een gemeenschap moet bundelen en leiden en hoe je voor jezelf moet opkomen”
Wilgo Koster
‘Oema foe Sranan’ is de eerste documentaire over Suriname, waarin Sranan wordt gesproken en is geregisseerd door Van Praag. Hij portretteert vier strijdbare vrouwen die openhartig vertellen hoe zij onder erbarmelijke omstandigheden proberen te overleven.
Kort vóór, maar ook kort na de onafhankelijkheidsverklaring van Suriname in november 1975 vertrokken veel Surinamers vanwege vooral de slechte economische situatie naar Nederland. Daar waren ze niet welkom, wat onder meer bleek uit discriminatie, racisme en werkloosheid.
In de documentaire vertelt Sonja, hoe Surinamers leegstaande, pas gebouwde flats van wel negen verdiepingen hoog in de nieuwe uit de grond gestampte wijk Bijlmermeer kraakten. Ze deden dat omdat zij de smerige en dure pensions waar zij hun intrek moesten nemen van de Nederlandse overheid zat waren.
Voorafgaand aan het verhaal van Sonja laat de documentaire eerst de situatie van in Suriname achtergebleven vrouwen zien. De filmmaker volgt behalve Sonja, ook Jetty, Somai en Sylvie. Allen hebben kinderrijke gezinnen, waarvan twee vrouwen zonder een man in huis wonen. Voor hen is het een dagelijkse strijd hoe de dag met hun karig loon door te komen.
Voor Somai, vrouw van een landbouwer, die wel een man in huis heeft en zwanger is van haar vierde kind, is de thuissituatie ook niet rooskleurig. Naast het huishouden en de zorg voor de jonge kinderen, staat ze naast haar echtgenoot te ploeteren in de landbouwgrond. Want, bij een slechte oogst heeft het gezin geen inkomsten.
Proces
Ter inleiding van de documentaire vertelde Tilon kort over de inhoud. Zij was lid van Loson en raakte eind 1977, begin 1978 betrokken bij de documentaire toen die uit moest komen. Het was de bedoeling om de film ook in Suriname te vertonen. Echter, zover kwam het niet, want de Surinaamse partner – Bram Behr – werd in 1982 omgebracht tijdens de Decembermoorden.
De film raakte daarna in de vergetelheid, totdat een groep studenten aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) van studierichting Mediastudies, in 2019 de film weer tevoorschijn haalde. Zij hadden van hun docent de opdracht om de Cineclub-collectie te onderzoeken. De film was beschadigd en het Eyefilm Museum besloot haar in samenwerking met het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te restaureren. Hiervoor werd een projectgroep in het leven geroepen die bestond uit de toenmalige leden van Loson, UvA-docent/coördinator van de studierichting Preservation & Presentation of the Moving Image Floris Paalman en de nieuwe generatie filmmakers Ananta Khemradj, Kiki Ho en Luna Hupperetz.
Het studenten trio dat op de film stuitte, maakte er werk van dat die zou worden vertoond voor de huidige generatie. Met de restauratie heeft het drietal een korte documentaire ‘Strijd op 16 mm’ gemaakt, waarin ze de totstandkoming van ‘Oema foe Sranan’ en de restauratie hebben opgenomen. De korte documentaire is dinsdagavond als voorfilm vertoond.
Positief verrast
Marie Levens, voormalig minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, woonde de première van de documentaire bij. “Het heeft me sowieso positief verrast”, zegt ze tegen de Ware Tijd. Een aantal van de personen in de documentaire kent ze van heel dichtbij.
Levens was in haar studententijd in Nederland ook lid van Loson. “Ik was toen 22 of 23”, zegt ze. De politica kan zich nog goed herinneren hoe zij en medestudenten opkwamen voor Surinamers die in woningnood verkeerden. “We waren zeer actief, maar het waren emoties van toen”, zegt ze.
Levens is ervan overtuigd dat door die acties veranderingen zijn gekomen in zowel de Surinaamse als de Nederlandse samenleving. Hoewel ze zich ervan bewust is dat er nog steeds mensen van een absoluut minimum leven, zoals in de documentaire wordt getoond, ziet ze de film als een stuk geschiedenis. “Ik zou het als een geschiedenisfilm brengen, waarin je aangeeft dat de geschiedenis van toen heeft gemaakt dat vrouwen in Suriname zich nu zeer bewust zijn van hun zaak”, zegt ze.
Jean-Luc van Charante, topman van Ineffable, ziet dat er voor het oplossen van sommige vraagstukken, zoals besproken in de documentaire, vooruitgang is geboekt. Hij neemt als voorbeeld het zwangerschapsverlof. “Maar er zijn ook vraagstukken waarbij we nog ver achterlopen. Eén van de dingen waarover wij niet durven praten is hoe ons land in de jaren zeventig is gesplitst. Tot de dag van vandaag hebben we nog geen modus gevonden om de helft van de mensen die buiten Suriname woont en de andere helft in Suriname, bij elkaar te brengen.” Hij hoopt daarom dat deze film die (ook) sociaal-maatschappelijke vraagstukken naar voren brengt, tot discussie leidt.
NAS
Van Praag zag film als wapen in de strijd van de linkse beweging. De Cineclub organiseerde toen avondbijeenkomsten die moesten bijdragen tot politiek bewustzijn en emancipatie. ‘Oema foe Sranan’ is gemaakt in samenwerking met Loson, een actieve emancipatiebeweging van Surinamers in Nederland die zich in de jaren zeventig en tachtig tegen racisme en ongelijkheid streed.
Vanwege de historische waarde is een kopie van de film officieel aan het Nationaal Archief Suriname (NAS) overgedragen. Directeur en nationale archivaris Rita Tjien Fooh zegt dat onderzoekers van het archief, na de pre-screening vorig jaar februari in het NAS, gelijk aan de slag zijn gegaan om onderzoek te doen naar de sociaal-maatschappelijke vraagstukken die in de documentaire aan de orde komen. Het resultaat van dat onderzoek wordt in een NAS-foto expositie op 14 mei gepresenteerd.
Het ontwerp van de filmposter is gemaakt door Latoya de Gama, kunstenaar en docent aan de Nola Hatterman Art Academy. Het originele ontwerp is aan Tjien Fooh overhandigd. Zij beloofde dat die in de vergaderzaal zal worden opgehangen.
“Ik zou het als een geschiedenisfilm brengen, waarin je aangeeft dat de geschiedenis van toen heeft gemaakt dat vrouwen in Suriname zich nu zeer bewust zijn van hun zaak”
Marie Levens
Filmtour
Voorafgaand aan de expo wordt er eerst een filmtour gehouden, die wordt gecoördineerd door Wilgo Koster, voorzitter van het Platform Buurtorganisaties in Suriname. De filmtour startte donderdag in Stibula. Vrijdag is Klaaskreek in Brokopondo aan de beurt en de dag erna volgt plantage Nijd en Spijt in Commewijne. Het platform zal voor 7 mei de buurtomgeving van Tourtonne, in de volksmond bekend als K’onasi, bij elkaar brengen voor de film. Voor de vertoning in deze gebieden is gekozen omdat de filmopnamen grotendeels daar zijn gemaakt.
In het weekend van 10 tot 12 mei wordt de documentaire in Nickerie vertoond. Koster: “Deze film bevat alle ingrediënten van hoe je een gemeenschap moet bundelen en leiden en hoe je voor jezelf moet opkomen. Ik zat dinsdag in het publiek en iemand zei: ‘A de ete. Ja, het is er nog, maar wat gaan we eraan doen?”
