Onderzoek ‘Surinaamse vrouwen in achttiende eeuw’ nuanceert samenlevingsvorm tijdens slavernij

Hilde Neus bij de presentatie van haar onderzoek naar Surinaamse vrouwen in de achttiende eeuw.
Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

24 April 2024 21:15

Voor mij lezen

Tekst en beeld Audry Wajwakana

In de archieven vond Neus-van Putten veertig vrouwen die tussen 1730 en 1830 rijkdom hebben vergaard via de man. “Vrouwen in de achttiende eeuw hadden veel meer te zeggen, dan wij denken. Dit zou een opsteker moeten zijn voor vrouwen van nu”, zegt de onderzoeker. Ze hoopt volgend jaar hoopt te kunnen promoveren.

“Wat ik zag is dat al die orale verhalen en toevoegingen niet klopten met wat in het archief stond”

Susanna du Plessis

Neus-van Putten is haar onderzoek begonnen toen ze achttien was en voor het eerst het verhaal over Susanna du Plessis hoorde: een Nederlandse plantagehoudster die in de mondeling overgeleverde verhalen bekend staat als wrede slavenhoudster. Haar naam duikt steeds op in liedjes, toneelstukken, verhalen en zelfs in een missverkiezing.

Behalve de wrede mishandelingen van de tot slaaf gemaakten zou ze eigenhandig een kind van een tot slaaf gemaakte op weg naar haar plantage Nijd en Spijt, hebben laten verdrinken, omdat het niet wilde ophouden met huilen. Neus-van Putten: “Ik heb mij toen altijd afgevraagd hoe iemand zo vreselijk wreed kon zijn. Toen ik in Suriname kwam wonen, besloot ik het verhaal uit te zoeken in de archieven. Dat heeft negen jaren geduurd.”

Het resultaat heeft ze in het boek ‘Susanna du Plessis – Portret van een slavenmeesteres’ vastgelegd. “Wat ik zag is dat al die orale verhalen en toevoegingen niet klopten met wat in het archief stond”, zegt ze. Neus-van Putten besloot alle verhalen van de vrouw te inventariseren en kwam tot de conclusie dat het allemaal was gebaseerd op mythes. In haar boek doet ze deels een reconstructie van het leven van Du Plessis en in het andere deel een ‘deconstructie’ (ontkrachting) van de verhalen.

Archief als enige bron

Vanaf dit onderzoek besloot Neus-van Putten alleen met archieven te werken en op zoek te gaan naar de vrouwen in de achttiende eeuw. Ze was verbaasd over het aantal scheidingen dat ze tegenkwam, omdat ze eerder veronderstelde dat in die tijd huwelijken niet werden ontbonden. “En ik vond meer vrouwen die gescheiden waren. Soms ging het goed, maar ik vond ook echte vechtscheidingen.”

Daarnaast vond ze trouwen op huwelijkse voorwaarden. Elke vrouw met een beetje geld trouwde op die manier. Het was normaal dat blanke meisjes van vijftien en zestien trouwden. Van een aantal gevonden verhalen heeft ze al enkele gepresenteerd. Begin maart deed ze dat met het verhaal van Caatje van Heijne middels een tentoonstelling in Readytex Art Gallery.

Van Heijne was in 1758 vrijgekocht door de plantage-eigenaar Johan Frederik Heijne, die met haar trouwde en met wie ze drie kinderen kreeg. Na zijn overlijden erfden zij en de kinderen zijn koffieplantage Dwingelo. Hierdoor was ze rijk. Ze bezat zelfs ook twee huizen in Paramaribo: één aan de Maagden- en het andere aan de Jodenbreestraat.

Neus-van Putten: “Het is dus niet alleen Elisabeth Samson die tijdens de slavernijperiode rijkdom heeft vergaard. Er zijn een groot aantal vrouwen die werden vrijgekocht en via de man rijk werden. Dat liet de man in zijn testament vastleggen. Naarmate de achttiende eeuw vordert, zie je dit steeds meer.”

Overspel

Een ander voorbeeld dat ze noemt is dat van de mulattin (half zwart/half wit) Lucia van Nawigg. Zij was getrouwd met een hoofd van de politie, die van haar scheidde, omdat zij een buitenechtelijke verhouding had gehad en zwanger werd.

In de archieven vond Neus-van Putten stukken waarin de raadsfiscaal (openbaar aanklager) zegt dat twee vroedvrouwen naar Van Nawigg moesten gaan om te controleren of ze zwanger was. Als dat zo was, kon ze weggaan uit Paramaribo en dan zou niemand weten dat ze een kind heeft gehad. Wanneer ze vervolgens na de bevalling naar de stad terugkeerde zou het zijn alsof er niets was gebeurd.

“Van deze vrouw (in een rechtszaak) hoor je later niks meer, totdat ze getuigt voor gouverneur Mauritius in een zaak van de rijke elite weduwe Constancia Pigot, die ongehuwd ook een kind zou hebben gehad, wat in die tijd niet de norm was”, zegt Neus-van Putten.

Door het bestuderen van dit soort rechtszaken waar mensen steeds weer terugkomen, kan de onderzoeker een beeld schetsen hoe de samenleving toen was. “Je ontdekt zaken die eigenlijk nooit bekend zijn geweest. Ook hoe de mensen met elkaar omgingen.”

Ze heeft het onderzoek na de coronapandemie opgepakt, toen ze zich realiseerde dat ze veel materiaal had verzameld. “Ik vond het zonde als er niets mee werd gedaan en besloot het naar buiten te brengen.”

Voor haar promotieonderzoek heeft ze het vele materiaal in drie onderzoeksgebieden beschreven: wetgeving, inter relationaliteit (hoe de mensen met elkaar omgaan) en bezit (de economische kant van de zaken). Ze heeft die in paragrafen geordend, waarbij ze een vrouw en haar levensverhaal heeft beschreven.

Neus-van Putten vindt het belangrijk dat deze vrouwen zichtbaar worden. “Het beeld dat we hebben van de samenleving toen en ook van de slavernij kantelen. Deze vrouwen nuanceren dat”, benadrukt ze.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel