Scheidend directeur Stephen Fokké: ‘Werelderfgoed status heeft afgang binnenstad kunnen remmen’

Stephen Fokké in de vergaderzaal van het monumentale gebouw waarin SGES is gevestigd.
Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

23 April 2024 00:00

Voor mij lezen

Met een beetje fantasie zie je het helemaal voor je: een boardwalk vanaf de damwand van de Waterkant tot de Sommelsdijkse kreek met bruisend uitgangsleven in het Fort Zeelandiacomplex daartussen met geen of veel minder kantoren. Het zou zomaar kunnen, maar Stephen Fokké zal dat niet meer meemaken in de hoedanigheid van directeur van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES). “Ik ga over anderhalve maand met pensioen”, zegt hij tevreden tijdens een interview met de Ware Tijd.

Tekst en beeld Euritha Tjan A Way

Fokké die als directeur van SGES kantoor houdt in een van de koloniale gebouwen die deel uitmaken van het Fort Zeelandia-complex, haast zich te zeggen: “Maar ik blijf wel betrokken”. Dat de houten binnenstad van Paramaribo op de werelderfgoedlijst is geplaatst en ook Jodensavanne in district Para die status heeft gekregen, noemt de SGES-directeur een deel van zijn levenswerk. Van beide is hij de sitemanager. “Maar het is niet door inzet van mij alleen hoor. Het hele team heeft eraan meegewerkt”, klinkt hij bescheiden.

“We moeten eerst tekenen, maar als dat eenmaal zal zijn gebeurd dan gaan er mooie dingen gebeuren”– Harold Amalinsi

Harold Amalinsi

Opleving

Vanuit het balkon van het SGES-gebouw is te zien dat het pand van de afdeling Cultuurstudies, die net als SGES ook valt onder het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, na jaren van verval eindelijk in de steigers staat om onder het Paramaribo Urban Rehabilitation Program (Purp) te worden gerehabiliteerd. Doordat de houten binnenstad van Paramaribo door noeste arbeid van onder anderen Fokké is opgenomen op de werelderfgoedlijst van Unesco in 2002, kon Suriname voor Purp I een lening krijgen van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) in 2017.

Purp ll is op 5 april dit jaar goedgekeurd door de IDB en omvat een lening van dertig miljoen US dollar. “Goed dat Purp is gekomen, want het ging een hele tijd bergafwaarts met de binnenstad. Nu zie je eindelijk een beetje opleving en dat stemt goed”, zegt Fokké.

De overheid heeft de erfgoedsite zelf niet in stand kunnen houden; daarvoor is er geen geld. Maar ondanks dat de overheid geen geld heeft voor onderhoud, heeft ze met haar beslissingen vaker de universele waarde van de site in gevaar gebracht.

Vers in het geheugen is de heibel rondom de in aanbouw zijnde DNA-vergaderzaal waarvoor de Unesco in een vroeg stadium waarschuwde dat het ontwerp anders moet. Bij het bezoek van Icomos, de bouwcommissie van Unesco, aan Suriname in januari van dit jaar bleef ze in haar rapport bij deze conclusie.

Fokké heeft zich vaker verzet tegen dit soort plannen van de overheid en heeft vier keer zijn functie als sitemanager neergelegd. “Ik heb het altijd weer opgepakt omdat men een beroep op me deed het werk toch voort te zetten. Ik werk in belang van het land.” Hoewel nog niet duidelijk is wat er zal gebeuren met het ontwerp van de DNA-zaal, blijft Fokké vooralsnog aan als sitemanager.

Autoriteit

In het rapport van Icomos na het bezoek aan Suriname in januari zijn een aantal zaken genoemd waaraan aandacht moet worden besteed om ervoor te zorgen dat management en beheer van de houten binnenstad goed kunnen verlopen. Enkele daarvan zijn dat er naast een managementplan ook een management autoriteit moet zijn. Die moet mandaat hebben om op te treden bij niet naleven van regels die horen bij de erfgoedstatus van de binnenstad.

Hoewel SGES optreedt als deze autoriteit, ontbreekt haar de juridische basis daartoe. Daarnaast zou de autoriteit een coördineerde rol moeten spelen. Nu liggen wetgeving en verantwoordelijkheden voor wat betreft de binnenstad, verspreid over verschillende overheidsinstituten en die werken niet samen.

Ook wetgeving zou moeten worden aangepast. Zo zou voor bouwen in de binnenstad van Paramaribo een heritage assessment noodzaak moeten zijn; dat is er op dit moment niet. “We hebben als SGES ook zonder de juridische basis successen gehad, maar vooral de coördinatie is belangrijk. En om dat voor elkaar te krijgen, wordt nog een hele kluif”, voorspelt de scheidende directeur.

Fokké: “Ik ben in ieder geval heel blij dat de binnenstad van Paramaribo door haar bijzondere architectuur is opgenomen als werelderfgoed. Dat heeft kunnen afremmen dat de houten binnenstad van Paramaribo is vergaan.”

(lees verder onder de foto)

Het monumentale pand aan de Mr. Dr. JC de Mirandastraat 10 is op 4 april vorig jaar opgeleverd onder Purp I.

Toerismekeurmerk

Aan mensen die zeggen dat de gebouwen koloniaal erfgoed zijn en dus met de grond gelijkgemaakt moeten worden, heeft Fokké geen boodschap. “Vanaf het vellen, tot het slepen van de bomen en dan de bouw van deze huizen is door onze mensen gedaan. Het is onze verdienste. Denk je dat de mensen van Ghana het slavenfort El Mina gaan slopen?” vraagt hij retorisch.

Volgens hem kan Suriname leren van Ghana dat het slavenfort waar zoveel ellende begon, als toeristenattractie gebruikt. “Dát moeten we doen in Suriname. Onze werelderfgoed status gebruiken als keurmerk bij het toerisme. Maar er is alleen aandacht voor oil and gas. Dat houdt een keertje op”, waarschuwt Fokké met scherpe stem.

“Vooral de coördinatie is belangrijk. En om dat voor elkaar te krijgen wordt nog een hele kluif”

Stephen Fokké

Volgens hem zou de kantoorfunctie van de binnenstad moeten afnemen en de recreatiefunctie moeten toenemen en die zou de overheid moeten stimuleren. Doordat de stad na de kantooruren dicht is en veel verlaten gebouwen in de binnenstad zijn, ontstaat ook brandgevaar. “Mensen krijgen op Curaçao bijvoorbeeld incentives als ze bouwen of activiteiten ontplooien in de binnenstad van het eiland die ook de status van werelderfgoed heeft.”

Fokké verwijst naar het Rif Fort in Otrabanda op Curaçao om een voorbeeld te geven hoe het Fort Zeelandia-complex om te toveren tot een toeristische trekpleister met winkelzaakjes en attracties. Er staat daar ook een parkeergarage die geheel in lijn is gebracht met de status van de binnenstad van Curaçao. Moderne architectuur maar wel binnen het kader van Unesco werelderfgoed die daar geldt. “Hier willen we ons niet aan de regels houden. En je ziet bij sommige mensen dat ze een bepaalde backing hebben. Als de Bouwpolitie de kleine man aanzet te stoppen en die gaat door, dan wordt het bouwsel afgebroken. Maar dat geldt niet voor iedereen”, verwijst Fokké naar de bouw van een parkeertoren aan de Domineestraat.

Brug slaan

Hij benadrukt dat Paramaribo geen museumstad is en dat moderne architectuur wel mag worden bijgebouwd en zelfs moet worden. “Maar er moet een brug worden geslagen tussen oud en nieuw en dat binnen de kaders van de werelderfgoed status van Unesco en daar kunnen we zelfs mee helpen”, zegt Fokké.

Hij vertrekt na bijkans 27 jaar als directeur van SGES, maar zijn verlanglijstje is niet helemaal gerealiseerd. Zo had hij graag het afgebrande gebouw 1790 herbouwd en ook de historische Oranjetuin graag gerehabiliteerd gezien. Maar er is hoop. Als de leningsovereenkomst tussen Suriname en de IDB voor Purp ll wordt getekend, zullen gebouw 1790 dat naast het kabinet van de president staat en de wetgeving voor de management autoriteit worden gerealiseerd.

Daarnaast een geschenk van de Europese Unie van een boardwalk vanaf de damwand van de Waterkant tot aan de Sommelsdijkse kreek. “Dat zou er voor kunnen zorgen dat de uitgangsplek rondom de Van Sommelsdijckstraat, ‘t Vat en Wakapasi zal worden verlengd tot de Waterkant. Als hier, bij het Fort, ook nog een uitgangsplek wordt, dan is het helemaal mooi”, zegt Fokké.

Fonds voor eigenaren

Voor details verwijst hij steevast naar het Purp Management. “Ik ben straks weg en wil niet praten vóór mijn beurt.” Harold Amalinsi, community liason officer van Purp, bevestigt tegenover de Ware Tijd enkele ontwikkelingen maar is voorzichtig. “We moeten eerst tekenen, maar als dat eenmaal zal zijn gebeurd dan gaan er mooie dingen gebeuren.”

Hij bevestigt ook dat een onderdeel van Purp ll een fonds is waaruit eigenaren van monumentale gebouwen zachte leningen zouden kunnen sluiten om hun pand op te krikken. Fokké beaamt dat dit bij Purp l al zou gebeuren, maar dat de toenmalige regering er geen heil in zag. “Het zou heel goed zijn. Het gebeurt op Curaçao ook en kweekt goodwill om de gebouwen te behouden en daarmee ook onze werelderfgoed status.”

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel