Sportbeleid

HET ONTBREEKT SURINAME aan een samenhangend sportbeleid voor de korte, middellange en lange termijn. Dat is dringend nodig vooral omdat Suriname de laatste tijd met diverse takken van sport deelneemt aan buitenlandse toernooien, voornamelijk in de Caribische- en Midden-Amerikaanse regio.

Telkens na terugkeer van sporters uit het buitenland blijkt veel mis te zijn gaan door slechte of onvoldoende voorbereiding. Het is al zo vaak gesteld: dit komt voor een belangrijk deel door geldgebrek en gebrek aan trainingsfaciliteiten

Het is onduidelijk in hoeverre in overleg met de sporters en begeleiders analyses worden gemaakt van de buitenlandse deelname en wat gedaan moet worden om het ‘een volgende keer’ beter te doen. Analyses moeten trouwens niet binnenskamers gehouden worden, maar externe deskundigen moeten erbij worden betrokken. Een bekend gezegde is ‘twee weten meer dan één’.

De veelal negatieve resultaten van wedstrijden waaraan Suriname de afgelopen maanden heeft meegedaan liegen er niet om – afgezien van een enkele uitzondering, zoals Robinhood – dat Suriname op divers sportgebied nog een lange weg te gaan heeft.
In eerdere commentaren heeft de krant al de vraag gesteld in hoeverre het verantwoord is geld te stoppen in sporters of sportdelegaties, waarbij al bij voorbaat gezegd kan worden dat ze niet opgewassen zijn tegen de tegenstanders. De recente deelname van een zaalvoetbalselectie aan een Concacaf toernooi in Panama is daar het nieuwste voorbeeld van.

Zonder een gedegen sportbeleid zal het moeilijk gaan om ons los te weken van de underdog positie bij verschillende sporten.
Geen enkele sporter gaat naar een toernooi om te verliezen. Maar wij moeten elkaar in de ogen durven te kijken en per deelname diepgaand discussie voeren in hoeverre een uitzending naar het buitenland enig nut heeft, behalve dan de cliché-uitdrukking van ‘ervaring opdoen’.

Elke sporter is erop gebrand een prijs te pakken, hoe klein die ook is. Maar dan moet er wel een serieuze overweging worden gemaakt voor de deelname of niet.

Er zijn duidelijke sporen dat de wil bij onze deelnemers aanwezig is om tot het bittere einde te vechten, maar het zijn de kleine tactische grepen, vermoedelijk ook een tandje bijzetten voor de conditie en om op professionele wijze de wedstrijden managen.
De Surinaamse regering zou haar ambassades kunnen inzetten om in het kader van sportuitwisseling op basis van een win-win situatie sparringpartners in bevriende landen in de Caribische- en Midden-Amerikaanse regio te interesseren.