INGEZONDEN
Als je niet in staat bent om met tenminste 34 stemmen in De Nationale Assemblee ingevolge artikel 83 lid 3 c en d een andere president en vicepresident te kiezen dan heeft een initiatiefwet ten uitvoering van artikel 74 a. van de grondwet geen zin. Ons staatsbestel, met name de positionering van de organen binnen de grondwet, blinkt niet uit in duidelijkheid waardoor binnen dit gemengd systeem verschillende zienswijzen worden geponeerd.
De positie van de president en de vicepresident in dit kader berust deels op het systeem van het parlementair stelsel. Daarbij heeft de president/minister-president het ontbindingsrecht. Dit is niet zondermeer zo geregeld maar heeft te maken met de staatsrechtelijke verhoudingen binnen dat stelsel.
“DNA moet politiek rijp genoeg zijn om zelfstandig, als hoogste orgaan van de staat, een besluit te nemen en niet de regionale organen misbruiken door deze erbij te betrekken”
In onze vigerende grondwet geeft artikel 74 a. De Nationale Assemblee (DNA), bij de uitvoerende taken, de bevoegdheid om onder meer met een besluit, de president en de vicepresident tussentijds te doen aftreden. Dit met gewone meerderheid, zonder in de gevolgen te voorzien. Deze onevenwichtigheid creëert chaos. Wij hebben het reeds in onze jonge staatsrechtelijke geschiedenis gehad met onze president Wijdenbosch in het jaar 2000.
Deze chaos is toen ontstaan omdat staatsrechtelijk de gevolgen niet goed zijn geregeld en nog steeds niet in de grondwet. Bij het tussentijds afzetten van de president moet volgens de grondwet een nieuwe president worden gekozen, maar omdat de president en DNA voor vijf jaren zijn gekozen, en men niet in staat was een nieuwe president te kiezen, moest DNA haar zittingsperiode inkorten.
Dit ontstaat wanneer je de politiek wil gebruiken voor eigen belang en geen rekening houdt met de werking van het openbaar bestuur, zoals men nu weer denkt te rommelen met een onnodige initiatiefwet. DNA moet politiek rijp genoeg zijn om zelfstandig, als hoogste orgaan van de staat, een besluit te nemen en niet de regionale organen misbruiken door deze erbij te betrekken.
Daarom moet bij zo een besluit ingevolge artikel 74 a. van de grondwet DNA in staat zijn conform artikel 83 lid 3 onder c en d nieuwe ambtsdragers, dus een president en vicepresident, te kiezen. Evenwel eist de staatsrechtelijke verhouding dat indien, om welke politieke redenen dan ook, de president moet worden afgezet DNA niet verder kan aanblijven maar de leden moeten dan ook bedanken want de macht berust bij het kiezersvolk en niet bij DNA
Er moeten daarom in zulke gevallen nieuwe verkiezingen komen zoals president Wijdenbosch dat had gedaan. Staatsrechtelijk heel correct. Het land heeft pas een goed werkend democratisch stelsel als DNA haar verantwoordelijkheid serieus oppakt en de kinderachtige gedragingen achterwege laat.
De wijziging van het kiesstelsel was het simpelste die kon plaatsvinden binnen onze democratie om DNA te kunnen samenstellen maar lost nog geen enkel fundamenteel vraagstuk op van het stelsel. De kwestie van decentralisatie en deconcentratie heeft reeds zijn grondslag in artikel 159 van de grondwet “Het Regionaal Bestuur” en in de wet “Regionale Organen”.
Het openbaar bestuur omvat: de gezagsdragers en het ambtelijke apparaat. De gezagsdragers zijn de politieke ambtsdragers zoals: president, vicepresident, ministers, assembleeleden, districtsraadsleden en ressortraadsleden. Directeuren, onderdirecteuren en districtscommissarissen zijn ambtenaren. Op hen is de personeelswet van toepassing. Ze zijn dus geen politieke ambtsdragers.
Dagelijks gebeurt er nog genoeg rommel binnen het openbaar bestuur. Neem bijvoorbeeld de kwestie “L.V.V spant kortgeding aan over terrein Stalweide III”. Een administratiefrechtelijk conflict binnen de regering dat met een bestuursbeslissing dient te worden opgelost wordt onnodig op het bord van de rechterlijke macht geplaatst. Dit is tijd- en geldverspilling door ondeugdelijk bestuur.
Het mag als algemeen bekend worden verondersteld dat sedert 1975 in de grondwet stond geregeld de kwestie van het benoemen van administratieve rechters d.t.k.v. de Algemene wet Bestuursrecht. In de artikel 135 van de grondwet van 1987 is deze bepaling wederom opgenomen. Door het ontbreken van deze wet en dientengevolge een bestuursrechter vinden deze capriolen regelmatig in onze rechtsstaat plaats.
De kortgedingrechter of de kantonrechter kan niet in de plaats treden van de bestuursrechter. Als restrechter kan hij op grond van de leer van de formele rechtskracht geen inhoudelijk oordeel geven over het besluit (de beslissing) en zal altijd verwijzen naar bodemgeschil omdat dit oordeel is voorbehouden aan de bestuursrechter. Dit leerstuk ziet op de formele rechtsgeldigheid van een besluit. Het initiatief en de aandacht zouden beter besteed kunnen worden in plaats van zich bezig te houden met politieke steekspelletjes die geen grote stappen voorwaarts maken ten gunste van de rechtsstaat Suriname.
Geen strafblad voor politieke ambtsdragers!
Deze kwestie kan niet door de politiek zelf worden geregeld maar moet worden overgelaten aan de rechterlijke macht. Om in voorkomende gevallen de betrokken politieke ambtsdrager als bijkomende straf te ontzetten uit het actief en passief kiesrecht heeft te maken met het rechtsstatelijk denken.
We stevenen nu af op een andersoortige chaos. Een overheid die willekeurig zaken interpreteert en uitlegt en mede daardoor het openbaar bestuur ontwricht. Bestuurders die er geen snars van begrijpen.
Eugène van der San
De redactie van de Ware Tijd stelt lezers in de gelegenheid stukken in te zenden ter publicatie. In principe worden alle ingezonden artikelen opgenomen, tenzij de inhoud schadelijk, kwetsend of beledigend is voor derden. Stukken die worden geplaatst komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de mening van de Ware Tijd. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken niet te plaatsen, of in te korten of te redigeren zonder dat die uit hun context worden gehaald.