Bij de behandeling van de Wet Instelling Verkeersautoriteit in De Nationale Assemblee (DNA) is na vele opmerkingen over het verkeer en de infrastructuur die daaraan verbonden zijn, gebleken dat het college niet bereid is mee te werken aan de wet in haar huidige vorm. Asis Gajadien, fractieleider van de VHP, heeft in zijn toespraak duidelijk aangegeven, dat hij geen voorstander is van een andere autoriteit terwijl er reeds een instituut is met dezelfde taken en alle tools om het werk te kunnen doen.

Gajadien is van mening dat als dit instituut zijn taken niet kon uitvoeren, er gekeken moet worden naar het beleid, maar niet dat er een ander alternatief gecreëerd wordt om het werk te doen. Hij heeft uitgelegd hoe de wegenautoriteit is ontstaan en wat de bedoeling was van het fonds dat toen werd opgezet.

Met het fonds waarin de overheid een bepaald bedrag zou stoppen en waarvoor wegenbelasting geïnd zou worden zou er zekerheid verkregen worden omtrent de omvang en beschikbaarheid van middelen buiten de overheidssfeer. “Dit heeft niet geholpen. De autoriteit is integendeel een instrument geworden voor corruptie,” stelde Gajadien. Hij gaf aan dat er contradicties zijn in de wet, omdat er bevoegdheden gecreëerd worden die andere instanties reeds hebben. Gajadien vroeg dat de wet goed bekeken wordt.

Roy Mohan (VHP) zei dat er nu een trend is van autoriteiten die gekoppeld worden aan fondsen. Hij had vooral problemen met overname van vorig personeel, terwijl criteria bepaald worden voor het personeel dat bij zo’n autoriteit moet werken. Ook vroeg hij om te kijken hoeveel mensen baat hebben bij de fondsen die opgezet worden. Hij wees op het probleem van mensen die geld terug moeten krijgen van verzekeringsmaatschappijen of elders geld moeten vorderen, maar steeds van de ene naar de andere plek gestuurd worden.

Rabin Parmessar, fractieleider van de VHP, zei dat als de randvoorwaarden er niet zijn de verkeersautoriteit weinig effect zal hebben. Mahinder Jogi (VHP) merkte op dat gezien de opmerkingen er geen draagvlak is om op dezelfde voet door te gaan met de behandeling van deze wet.

Gajadien zei dat de autoriteit niet nodig is. “Interdepartementaal kan het, maar als je een wettelijke basis wenst te creëren moet het meer in de vorm van een nationale raad, zodat de aansturing beter kan plaatsvinden. Al de bestuursrechtelijke taken zoals boetes horen thuis bij de instanties die daarmee belast zijn,” sprak Gajadien. Hij is van mening dat de raad zou zorgen dat die relatie tussen de verschillende instanties beter verloopt, maar niet dat er nu nieuwe taken gecreëerd worden voor een andere instantie.

De VHP-fractieleider zei dat er nog geen draagvlak is voor de wet maar vroeg dat de initiatiefnemers gaan zitten met de regering en Commissie van Rapporteurs, waarna het parlement geïnformeerd wordt. Volgens Gajadien is dit belangrijk, omdat het parlement op één lijn moet zijn voordat de tweede ronde van de regering start. De vergadering werd verdaagd naar een nader te bepalen tijdstip.