De politie van het bureau Apoera heeft donderdag het lichaam van de 57-jarige arbeider M.T. uit de Corantijnrivier opgevist. Een arts heeft officieel de dood van het slachtoffer vastgesteld. Eerder op diezelfde dag hadden collega’s van het houtbedrijf waar hij werkte te Apoera melding gedaan van zijn vermissing.
Volgens de melders waren zij voor het laatst op woensdag samen met M.T. op een ponton bij een havencomplex aan de linkeroever van de Corantijnrivier, waar zij ter gelegenheid van Eid-Ul-Fitre alcohol dronken. M.T. vertrok rond 17:00 uur, omdat hij de volgende dag naar het SBB-kantoor moest gaan om documenten in orde te maken.
Toen zijn collega’s de volgende dag niets van hem hoorden, deden zij aangifte bij de politie, waarna er een gezamenlijke zoekactie werd gestart. Op een bepaald moment zagen de collega’s de pet die M.T. op 10 april droeg in het water tussen de gleuf van de ponton en de aanmeersteiger drijven. Na drie uur merkten zij op dezelfde plek waar de pet was aangetroffen het lichaam in het water op.
Het vermoeden bestaat dat M.T. bij het betreden van de steiger in het water is gevallen, met fatale gevolgen. Op bevel van het Openbaar Ministerie heeft de politie het lichaam van M.T. in beslag genomen voor obductie.
Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of er sprake is van een misdrijf.