Steven Debipersad, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), is de mening toegedaan dat de economie van Suriname ondanks lofuitingen van de regering en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) nog steeds fragiel is. Hij noemt een onderzoek van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) van het vorig jaar waaruit gebleken is, dat wat beoogd was qua productie door bedrijven, niet is gehaald. Nationale condities hebben voornamelijk daaraan ten grondslag gelegen.

In het programma De Tafel, een gezamenlijke productie van Suriname Herald en Rasonic TV vraagt Debipersad zich af of de overheid lering heeft getrokken van de uitkomsten van dit onderzoek om het beter te doen in 2024. De overheid moet volgens hem groei orkestreren maar met dit tempo zal er niet veel van terecht komen, vreest de econoom.

De economie verbetert zich een beetje, maar Suriname moet veel beter presteren dan wat nu is neergezet. Debipersad zegt dat de overheid weigert om hierin een leidende rol te nemen en zich slechts beroept op marktwerking.

Hij merkt op dat dit een verzonnen begrip is, omdat slechts een kleine groep geïnteresseerden het algemeen belang van Suriname niet voor ogen heeft. Ook binnen de overheid zijn er personen die een eigen agenda nastreven die niet overeenkomt met de wensen van de samenleving.

De VES-voorman bracht naar voren dat er vanuit het buitenland kansen zijn die de overheid ook niet met beide handen wil aangrijpen. Veel jongeren hebben zich volgens hem erover beklaagd, dat binnen de digitale economie er mogelijkheden zijn die de overheid niet eens bekijkt. Een gebrek aan deskundigheid en organisatorische vaardigheden vormt de basis van het zwakke beleid.

Volgens Debipersad zijn het gronduitgiftebeleid, de criminaliteit en het vergunningenbeleid voorbeelden die aantonen dat de regering niet in staat is om deze vraagstukken aan te pakken. De slechte schuldpositie van Suriname veroorzaakt ook veel belemmeringen voor investeringen. Hoewel er een herschikking heeft plaatsgevonden, blijven deze uitdagingen bestaan. Met beter management binnen de overheid kan er meer belastinginkomsten worden gegenereerd, waardoor de schulden gemakkelijker kunnen worden afgelost.

De voorzitter van de VES merkt op dat zijn ergernis voortkomt uit het feit dat veel zaken maar niet van de grond komen. De agrarische sector heeft nog niet het gewenste niveau bereikt, ondanks de beschikbaarheid van vruchtbare grond. Er wordt te veel geïmporteerd, waardoor de productiesector het steeds moeilijker krijgt. Door de productie te stimuleren, kan de overheid tegelijkertijd meer banen creëren binnen deze sector.