3 November 2018
12:00PARAMARIBO - DE SURINAAMSCHE BANK is in rustiger vaarwater terechtgekomen en dat is een geruststelling voor Suriname. De bank gaat volgens directeur Hanna Lieuw Hie-Gonesh volgend jaar wel winst maken en dan zal de trend alleen maar beter kunnen worden. Wat opmerkelijk genoemd mag worden, is dat de directeur aangeeft dat de overheid de beste kredietnemer is op dit moment. Dat is een positie waar veel schuldeisers met jaloezie naar kijken.
Er zijn debiteuren bij wie de overheid schulden heeft openstaan van sinds Carifesta in 2013, dus wat een geluk heeft de bank. De bank haast zich wederom te zeggen dat het feit dat zij in een benarde positie kwam te verkeren twee jaar terug, niet kwam door de slechte aflossingen van de overheid. Dat kwam door slechte handelskredieten. Daarmee wil de bank de overheid als aandeelhouder van maar liefst 9 procent misschien niet tegen de schenen schoppen.
Hoewel het niet de slechte kredieten zijn aan de overheid die de bank bijna de das omdeden, het beleid van die overheid was wel de directe aanleiding. De bank verstrekte handelskredieten aan ondernemers die overheidsprojecten zouden uitvoeren. Toen de crisis kwam en de overheid vervolgens die schuldeisers niet kon betalen, konden zij op hun beurt hun schulden niet betalen. Ook de devaluatie van de Surinaamse dollar was een grote boosdoener.
Wat trouwens opvalt, is dat de economie in Suriname nog steeds verre van gezond is. De overheid heeft vorig jaar meer dan SRD 1 miljard geleend bij de banken. Dat is bijna honderd miljoen per maand tegen een totale kredietverlening van SRD 1,2 miljard. En volgens economische analyses is de overheid voornemens om nog eens SRD 7 miljard te lenen onduidelijk is waar - wat het begrotingstekort vóór lenen brengt op SRD 8.7 miljard bij verwachte inkomsten van SRD 6,3 miljard.
Als de feiten werkelijk aantonen dat de overheid braaf haar schulden bij de DSB Bank aflost, is het nog steeds de vraag in hoeverre zij dit kan blijven doen volgend jaar. Dus een winstprojectie is wellicht iets te vroeg uitgesproken. Zonder te twijfelen aan de aanprijzingen van de huidige directeur, mag gesteld worden dat het leengedrag van de overheid bij de lokale banken in ieder geval ongezond is. Zeker tegen de gedachte dat er geen noemenswaardige productie op gang is gebracht door de leningen, is de vraag hoe de komende jaren eruit zullen zien voor de bancaire wereld.