26 Oktober 2018
22:03Suriname heeft pas een case wanneer uit het onderzoek dat nu gaande is, blijkt dat de Fransen op het Surinaamse grondgebied bezittingen van Surinamers hebben vernietigd. Dit zei de minister van Defensie, Ronni Benschop, gisteren in het parlement.
Assembleeleden wilden meer informatie over de laatste twee incidenten die hebben plaatsgevonden aan de grens in het Boven-Marowijnegebied, waarbij de Franse gendarmes bezittingen van Surinaamse goudondernemers in brand hebben gestoken.
Benschop is ervan overtuigd dat de betrokkenen die namens Suriname deze case zullen afhandelen zeker een goede job voor Suriname zullen klaren. Hij is van mening dat beide landen last ondervinden van de activiteiten die aan de grens plaatsvinden.
Suriname en Frans-Guyana hadden in 1995 de eerste gezamenlijke vaarpatrouilles uitgevoerd. Acht jaar daarna hadden beide landen een samenwerkingsovereenkomst ondertekend, waarin was opgenomen dat de militaire troepen van beide landen op zowel het Surinaamse als Franse grondgebied konden trainen.
De vaarpatrouilles zijn door de jaren heen toegenomen vanwege de illegale praktijken die plaatsvinden aan de grens van beide landen, merkte de bewindsman op. De twee laatste incidenten zijn te wijten aan de illegale praktijken met als gevolg milieuvervuiling.
De Fransen hebben keer op keer aandacht hiervoor gevraagd. In beide gevallen heeft de Surinaamse overheid gevraagd om niet over te gaan tot vernietiging. Echter, de Franse militairen hebben gepersisteerd, omdat het volgens hen om hun grondgebied gaat, zei Benschop. Dat is hun manier van optreden, vervolgde hij.
Suriname kan pas optreden als het zeker weet dat het om zijn grondgebied gaat. De grenscommissie en het Ministerie van Defensie zijn bezig te onderzoeken of het grondgebied waar de incidenten zich hebben voorgedaan Suriname toebehoort of Frans-Guyana.