Onduidelijkheden binnen Onoribo over gevolgen vertrek Alcoa

Shoeket logo

26 Oktober 2018 20:09

Voor mij lezen

Het gevoel bekruipt de erfgenamen van de plantage Onoribo dat er tijdens de onderhandelingen voor de nieuwe Brokopondo Overeenkomst onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de rechtmatige eigenaren van de uitgemijnde gebieden. Tijdens een op 3 oktober 2018 gehouden informatiebijeenkomst wensten de vertegenwoordigers van de plantage geïnformeerd te worden over de mate waarin men tijdens het onderhandelen met de Suralco rekening had gehouden met de rechten van de plantagebewoners, in het bijzonder die van plantage Onoribo, de termijn waarbinnen er een schadevergoedingsclaim kan worden ingediend en de hoogte van het bedrag dat er hiervoor door de Suralco is uitgetrokken en de wijze waarop de rehabilitatie en sanering van de uitgemijnde gebieden zal plaatsvinden. Ook wil men geïnformeerd worden over de kennis die men bezat over de historische achtergronden van de claims die de plantage heeft op de Suralco en de reeds bestaande lopende afspraken. Deze punten werden door het team herhaaldelijk afgedaan met de stelling dat het plantagebestuur al zelf met de Suralco aan het onderhandelen is. Voor wat betreft het betalen van schadevergoeding aan rechthebbenden, de rehabilitatie en sanering van de grond en het teruggeven van in concessie uitgegeven gebieden aan de rechtmatige eigenaren, werd door de commissie aangegeven dat er net als in de huidige Bauxiet Overeenkomst, in de nieuwe conceptovereenkomst bepalingen zijn opgenomen die een dergelijke procedure regelen. Ook was men niet op de hoogte van het bestaan van afspraken met de Suralco over o.a. het wederom afstaan van hun (de Suralco) “eigendommen” aan het collectief van plantage-eigenaren.

Schadevergoeding en rehabilitatie
Een van de knelpunten in deze conceptovereenkomst is de formulering van de verjaringstermijn, waarbinnen men een schadevergoedingsclaim bij de Suralco kan instellen. Aan de aanwezigen werd meegedeeld dat de termijn van vijf jaar begint te lopen op de dag na ondertekening van de nieuwe overeenkomst. Dit, in tegenstelling tot de huidige overeenkomst waarin bepaald wordt dat rechthebbenden tot vijf jaren na de ontdekking van de schade in hun gebied een dergelijke procedure kunnen starten. Als argument hiervoor werd gegeven dat de maatschappij niet tot in lengte van dagen aansprakelijk gesteld kan worden voor schade die mogelijk door hun bedrijfsvoering werd aangericht. Ook het ontbreken van nationale milieuwetgeving werd aangehaald om deze wijziging te rechtvaardigen. Zulks terwijl de mogelijkheid aanwezig is dat uit onderzoek in de toekomst aan het licht komt dat een bepaald fenomeen, waarmee de lokale bevolking te kampen krijgt, een indirect of direct gevolg is van deze bauxietexploitatie.

“Erkenning van de offers die wij als plantagegemeenschap daarvoor hebben moeten brengen door zowel de regering als door de Suralco lijkt ons om deze redenen dan ook op zijn plaats.
De berg in haar oorspronkelijke vorm krijgen wij niet terug. Schadevergoeding ter hoogte van de winst die men gemaakt heeft met de exploitatie van de berg lijkt een billijke eis te zijn, alsook het uitvoeren van het plan dat we reeds in grote delen hebben samengesteld en uitgewerkt. Ook lijkt het ons billijk dat de formulering van de verjaringstermijn, waarbinnen een schadevergoedingsclaim kan worden ingesteld, hetzelfde blijft als dat van artikel 5 van de huidige Brokopondo Overeenkomst.”
“Immers kunnen (zoals reeds eerder is aangegeven) er na het verstrijken van de verjaringstermijn van vijf jaar na de ondertekening van de nieuwe overeenkomst ook andere zaken aan het licht komen, waarvoor de Suralco aansprakelijk gesteld kan worden, zonder dat men dan als rechtzoekende de mogelijkheid heeft om de schade vergoed te krijgen”, aldus het stichtingsbestuur.

Kavish Ganesh

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel