Kanhai: “Bouterse hoeft niet meer voor Krijgsraad te verschijnen”

Op 31 maart zal de raadsman van president Desi Bouterse, Irvin Kanhai, een aantal excepties opwerpen in de verstekzaak waarbij verzet is ingesteld tegen het vonnis in het Decemberstrafproces. Tegenover journalisten geeft hij aan dat getuigenverklaringen opnieuw voorgelezen en getuigen opnieuw gehoord moeten worden. Ook geeft hij mee dat zijn cliënt niet meer voor de Krijgsraad hoeft te verschijnen.

Met het verschijnen van Bouterse voor de Krijgsraad is het proces van het verstekvonnis op gang gekomen. Hiermee is eveneens de ruimte voor het voorbehoud van excepties gemaakt, legt Kanhai uit. Wat de excepties allemaal zullen zijn, wil Kanhai niet prijsgeven. Wel zegt hij dat de excepties een verrassingselement hebben. Een exceptie is een verweermiddel in een proces, waarmede de gedaagde tegen de ingestelde vordering opkomt.

Kanhai geeft aan dat zijn cliënt niet meer voor de Krijgsraad hoeft te verschijnen gezien het proces op gang is gekomen. De raadsman zegt het nog te zullen bespreken met zijn cliënt als die wel bij de volgende zitting aanwezig wil zijn. “Misschien wil hij komen”, zegt Kanhai over de aanwezigheid van zijn cliënt op 31 maart.

Met betrekking tot de status van Bouterse geeft Kanhai aan dat wanneer een veroordeelde verzet heeft aangetekend, dan wordt de zaak aanhangig gemaakt middels een dagvaarding. Hij legt verder uit dat een dagvaarding alleen aan een verdachte worden verstrekt en niet aan een veroordeelde. “Een veroordeelde geef je een vonnis en geen dagvaarding”, benadrukt Kanhai.

De raadsman geeft verder aan dat de zaak een oneindig proces is. In de loop van de procedures zal het vonnis dat gewezen was op 29 november 2019, attaqueren.

Vishmohanie Thomas